Hollandaca Süper Zarflar – Cümlelerin Her Yerinde! | Video 4 [Goed bezig]

Düz cümle mi, Devrik cümle mi (inversie)? Kurali belki biliyorsunuz ama bu cumleleri dogal bir sekilde kurabiliyor musunuz?

Zarflar nerede durur, nasıl doğal konuşulur — hepsi örneklerle!

Her seviye için: sade, pratik ve konuşmaya uygun.
Afgelopen weekend ging ik naar Antwerpen.
Afgelopen week ben ik naar Breda gegaan.
Afgelopen jaar begon ik met een nieuwe opleiding.
Vorig weekend heb ik lekker uitgeslapen.
Afgelopen week moest ik veel leren.
Dit weekend ga ik naar Den Haag.
Dit weekend ben ik in Den Haag.
Dit weekend moeten we wat kleding kopen.
Dit weekend moeten we veel doen.
Dit weekend hoeven we niet veel te doen.
We hebben niet veel plannen dit weekend.
Dit weekend gaan we met wat vrienden afspreken.
Dit weekend spreken we met wat vrienden af.
Dit weekend ga ik waarschijnlijk naar het strand.
Dit weekend ga ik uit eten met vrienden.
Dit weekend blijf ik lekker thuis.
Op dit moment volg ik een BBL opleiding.
Ik volg op dit moment een BBL opleiding.
Vannacht sliep ik slecht.
Vannacht heb ik slecht geslapen.
Gisteren had ik een afspraak.
Vorige maand heb ik een sollicitatiegesprek gehad.
Vanavond kijken we een film.
Vanochtend heb ik een boterham gegeten.
Vanmiddag belde ik mijn moeder.
Vanmiddag heb ik mijn moeder gebeld.
Die dag/dan kan ik het niet.
Toen is het me niet gelukt.
Toen lukte het niet.
Vorige maand konden we de jurk niet kopen.
Volgende week begin ik met mijn stage.
Dit weekend ga ik eindelijk mijn huis opruimen.
Dit jaar wil ik mijn opleiding afronden.
Komende week heb ik het hartstikke druk.
Morgen moet ik naar de tandarts.
Dit jaar wil ik mijn rijbewijs halen.
Morgen heb ik een afspraak bij de tandarts.
Vanochtend ben ik vergeten mijn kind af te melden.
We gaan onze docent volgende week bezoeken.
Volgende week gaan we onze docent opzoeken.
Ik hoop dat ik volgend jaar als TOA kan beginnen.
Volgend jaar hoop ik dat ik als TOA kan beginnen.
Volgend jaar word ik gelukkig moeder. (gramatik olarak dogru ama alttakiler daha dogal.
Volgend jaar word ik moeder — gelukkig!
Volgend jaar word ik (hopelijk) moeder.
Gelukkig word ik volgend jaar moeder.
In het voorjaar komen mijn ouders naar Nederland.
Dit weekend ga ik even bij mijn ouders langs.
Dit weekend ga ik proberen vroeg op te staan.
Ik ga vanmiddag eerder weg.
Dit weekend wordt druk, denk ik.