ZichtOp: Oirschot (NL)

Archeologische vondsten bevestigen bewoning tijdens de 8e en 9e eeuw in de omgeving van de Mariakerk. Ook was er zeker al vanaf het begin van de 13e eeuw een kapittel van elf kanunniken. Ook in wereldlijke zin was Oirschot niet onbelangrijk. Het was een vrijheid en hoofdplaats van Kempenland. Men kende een jaarmarkt. In 1513 werd een 'regthuis' gebouwd dat afgezien van dat in 's-Hertogenbosch, het enige was in de Meierij van 's-Hertogenbosch.

De heer van Oirschot had twee kastelen: Kasteel Oud Bijsterveld (het latere klooster van de paters der Montfortanen) nabij Oirschot en Kasteel Ten Bergh nabij Spoordonk. Mogelijk is deze heerlijkheid vanuit de Spoordonkse watermolen ontstaan. Oorspronkelijk vormde het Vrijthof bij de Mariakerk het centrum van de plaats. Later werd de Sint Petruskerk gebouwd en uiteindelijk verplaatste het centrum zich naar de directe omgeving van deze nieuwe kerk. Het is mogelijk dat de hertog van 's-Hertogenbosch betrokken was bij de bouw van de Sint Petruskerk, om ook op kerkelijk gebied een nieuw machtscentrum te stichten. In 1320 verkocht het oude adellijke geslacht de heerlijkheid Oirschot aan Rogier Van Leefdaal, een vertrouweling van de Hertog. Via vererving kwam de heerlijkheid aan de familie Van Merode en via een gerechtelijke verkoop in 1672 aan de familie Sweerts de Landas, een protestantse familie, die het Kasteel Oud Beijsterveld tot 1831 behield, al waren de heerlijke rechten toen vervallen. Hierna werd het een missieklooster waarin de paters der Montfortanen huisden.

Er volgde een periode van economische neergang. Toen aan het einde van de 18e eeuw de nieuwe straatweg van 's-Hertogenbosch naar Luik werd aangelegd, liep deze op ruime afstand van Oirschot. Eindhoven en het in 1821 afgesplitste Best overvleugelden de plaats.