Simeon ten Holt - Lemniscaat
Автор: Dutch Composers
Загружено: 2014-11-23
Просмотров: 56993
Simeon ten Holt (1923-2012)
Lemniscaat : voor toetsinstrumenten (1982-1983)
Irene Russo, piano
Fred Oldenburg, piano
Sandra van Veen, piano
Jeroen van Veen, piano
Program note (Dutch): Lemniscaat werd in 1983 voor het eerst uitgevoerd te Bergen NH, in een oude, niet meer in gebruik zijnde bioscoopzaal. Ontdaan van de stoffering en met zijn planken vloer had deze zaal veel weg van een balletstudio. Het nog aanwezige bioscoopdoek kon benut worden voor de projectie van dia's: tachtig meer of minder gestileerde beelden van het door de uitvoerenden gebruikte handschrift van de partituur. Deze reeks traag verspringende beelden werd ingezet gedurende de periodes dat de band de uitvoering overnam. De band was de registratie van voorafgaande gedeelten van het concert zelf. Behalve de componist, die de solo-episodes voor zijn rekening nam, werd de uitvoering gerealiseerd door een ensemble van vier pianisten. De live-blokken hadden een duur van drie tot vier uur. Voor de uitvoering, die dertig uur ononderbroken zou duren, was een soort dienstregeling ontworpen. De bezoeker kon, hiervan gebruik makend, bepalen welk gedeelte respectievelijk welke gedeelten werden bijgewoond.
Ondanks het komen en gaan van het publiek heerste er een grote concentratie in de zaal. De partituur is een compromis tussen een te veel en te weinig aan voorschrift, tussen binding en vrijheid: een open scenario. De duur van het stuk is onbepaald, maar wordt gedragen door een opvatting van de tijd waarin de klok kan worden vergeten, de anti-stopwatch-timing. De tijd speelt een belangrijke rol. De partituur is samengesteld uit maten of groepen van maten die een herhalingsteken meekrijgen. Praktisch komt het erop neer dat de uitvoerenden zelf dienen te beslissen over het aantal van de herhalingen. Zoals gesteld in de toelichting bij Canto Ostinato, een eerder geschreven, aan Lemniscaat verwant stuk, heeft de herhalingsprocedure ook hier tot doel een toestand te scheppen waarin het muzikale object zijn zelfstandigheid kan bevestigen. Tijd wordt ruimte waarin het muzikale object gaat zweven. Een proces doet zich voor waarin de aandacht niet wordt gericht op de expansie, maar op de binnenkant van de klank. Ook door de componist niet vermoede en niet voor te schrijven mogelijkheden van het muzikale gebeuren dienen zich aan. Explicitering van de impliciete potenties. Dit proces wordt niet geboren uit specifiek muzikaal-technische voorschriften (bijvoorbeeld faseverschuiving, kleine veranderingen in de muzikale figuratie, etc,) - ofschoon deze kunnen optreden - maar ook door de momentele dispositie (saamhorigheid) van het ensemble. Onnodig te zeggen dat deze saamhorigheid de vrucht is van een voorafgaande inlevingsperiode. Zo gesteld zal het stuk, door hetzelfde ensemble gespeeld, 's morgens anders verschijnen dan 's avonds. Dit is een van de aspecten waardoor dit 'werk in uitvoering' zich onderscheidt. - SIMEON TEN HOLT
Simeon ten Holt was a Dutch composer and pianist. His first piano works reveal the influence of his piano and theory teacher the composer Jakob van Domselaer (1890–1960), who had attempted to translate into piano music the ideas of the painter Piet Mondriaan. In 1949 ten Holt went to Paris and studied with Honegger and Milhaud at the Ecole Normale. He returned to Bergen in 1954 and embarked on his own journey as a composer with his 20 Bagatelles for piano. In the 1950s he sought to escape tonality with the simultaneous use of complementary keys in a tritonal relationship, a technique culminating in the Diagonaalmuziek for strings (1958). The Cycle to Madness for piano (1961–1962) forms the transition to a serialistic period, the results of which can be heard in ..A/.TA-LON (1966–1968), a music theatre piece for mezzosoprano and 36 instrumentalists, where both the notes and the self-invented syllables are conceived as if produced by a computer. He worked at the Institute for Sonology at the University of Utrecht (1969–1975) focusing on electronic sound sources, producing several pieces of electronic music. Although still an advocate of structuralism and atonality in the 1970s, Holt also did the groundwork for the return of tonality in his music.
Canto ostinato for one or more keyboard instruments (1976–1979) is his major breakthrough as a composer. It consists of repetitive music in which the performers follow their own route choosing the so-called ‘drift parts’ they prefer. The musicians are given the task of determining the total length and the number of repetitions in any performance. Ever since the première of Canto ostinato ten Holt has continued to create this kind of living musical organism, each performance of which produces new sound combinations.
Доступные форматы для скачивания:
Скачать видео mp4
-
Информация по загрузке: