Hollandaca Konuşma Atölyesi Bölüm 1: İlk Adımlar - 13 [Hebben]

En önemli fiillerimizde olan "hebben", en basit ve günlük haliyle. Iyi oturtun lutfen, onemli konulara yaklasiyoruz...

Belcikadan takipcilerimiz ses verebilirler mi? Nasil gidiyor, yeni videolari nasil buluyorsunuz? Cok selamlar herkese

Ik heb een afspraak.
Ik heb morgen een afspraak.
Je hebt mooie ogen.
Heb je leuke buren?
Ik heb erg leuke buren.
Ze heeft (heel/erg) veel vrienden.
Ik heb morgen meer tijd.
Heb je kinderen?
Heb je ook kinderen?
Hij heeft een leuke baan.
Ik heb een dochter van drie.
Ik heb een dochter van 15 en een zoon van 12.
Heb je een foto van de/je/jouw kinderen?
Hebben jullie een foto van hem/haar?
Het is niet nodig.
Het is nu niet nodig.
Ik heb (wat) honger.
Ik heb trek.
Ik heb het nodig.
Hebben we morgen les?
Hebben jullie vanavond tijd?
Hebben jullie leuke plannen voor het weekend?
Heb je nu tijd?
Heb je een momentje/minuutje?
Heb je even?
Je hebt een mooie plek.
Je hebt een mooi huis.
Ze hebben veel motivatie.
We hebben genoeg tijd.
Ze hebben genoeg ruimte.
Ik heb je e-mail.
Ik heb je nummer.
Heb je mijn adres?
Heb je voor mij (nog) tips?
Ik heb een grote familie.
Je hebt een mooie stem.
Je hebt een mooie naam.
We hebben hier een mooie toekomst.
Ik heb al genoeg problemen.
Ik heb een goede relatie met mijn ouders.
Heb je haast?
Hebben jullie plannen voor de vakantie?
Ik heb veel interesse in dit traineeship.
Ik heb genoeg geld voor een auto.
Ik heb jarenlang ervaring in lesgeven.
Ik heb veel ervaring in de zorg.
Ik heb heel veel ervaring met de kinderen.
Ik heb veel ervaring in dit gebied.
Ik heb ruim 3 jaar ervaring werkervaring in de zorg.
Ze heeft morgen cursus.
Heb je iets/wat leuks?
Heb je iets lekkers?
Is er iets leuks?
Heb je nog nieuws?
Heb je andere plannen?
Heb je alles?
Heb je alle spullen?
Heb je iets?
Heb je niets?
Is er iets?
Ik heb nog niets/niks.
Ik heb helemaal niets/niks.
Heeft het betekenis?
Ik heb veel zin in deze baan.
Heb je daar familie?
Heb je tijd daarvoor?
Hebben we tijd hiervoor?
Hebben we budget ervoor?
Ik heb iets voor je/jou.
Ik heb een cadeau voor jou.
Ik heb iets kleins voor jullie.
Ze hebben niks voor mij.
We hebben alleen een paar maanden.
We hebben het goed hier.
Vural heeft mazzel met haar.
Je hebt mazzel met haar.
Heb je een nieuwe telefoon?
Ik heb een nieuw plan.
Ik heb een leuk idee.
Ze heeft een leuke methode.
Je hebt gelijk.
Je hebt eigenlijk gelijk.
We hebben geluk met onze kinderen.
Iedereen heeft problemen.
Iedereen heeft een eigen verhaal.
Maar iedereen heeft iemand.
Ik heb genoeg op mijn bordje.
We hebben genoeg eten voor iedereen.
Ze hebben altijd ruzie.
Ze hebben nooit ruzie.
Heb je het druk?
Ik heb het erg druk.
Ze heeft een drukke agenda.
Heb je nog vragen?
Heb je nog andere vragen?
Is er leven na de dood?
Ik heb een mooi leven.
Wij hebben gelukkig een mooi leven.
Het leven is mooi.
Tot de volgende les!